Soort werk: | Gedicht | |
Eerste uitgave: | 1946 | |
Uitgever: | J.M. Meulenhoff | |
Plaats: | Amsterdam | |
Colofon: | Gedicht van Bertus Aafjes, waarvan het derde deel uit fragmenten bestaat, werd in den herfst en den winter van het jaar 1944 geschreven te Terband en is in het voorjaar van het jaar 1946 naar aanwijzingen van H. van Krimpen gezet uit de letter Perpetua van Eric Gill en gedrukt door Meijer’s Boek- en Handelsdrukkerij te Wormerveer. Buiten de gewone oplage zijn 100 exemplaren gedrukt op Hollandsch papier van Van Gelder Zonen en gesigneerd door den dichter. Het is het achtste deel van De Ceder, uitgegeven door J.M. Meulenhoff te Amsterdam. Fragmenten van dit werk zijn eerder gepubliceerd onder den titel Het Atrium der Vestalinenn en andere Fragmenten. | |
Recensie: | Har Schepens (datum en krant onbekend) | |
Herdrukken: |
1946, 1947 (2), 1949, 1951, 1955, 1956, 1962, 1964, 1974, 1979, 1981, 1997
De elfde druk (1974) is uitgegeven ter gelegenheid van de zestigste verjaardag van de dichter, geïllustreerd door Michaël Berkheimer en met een terugblik door Michel van der Plas. |