|
Soort werk: | Gedicht |
Eerste uitgave: | 1946 |
Uitgever: | J.M. Meulenhoff |
Plaats: | Amsterdam |
Colofon: |
MARIA SIBYLLA MERIAN gedicht door Bertus Aafjes,
geschreven in het voorjaar van 1945 te Terband,
is in den zomer van 1946 naar aanwijzingen van Henri Freidlaender gezet
uit de letter van Anton Janson
en gedrukt door N.V. Mouton & Co. te ’s-Gravenhage.
Buiten de gewone oplage werden 50 exemplaren gedrukt
op Hollandsch papier van Pannekoek,
welke door den dichter zijn gesigneerd.
Het is als tiende deel van De Ceder
uitgegeven door J.M. Meulenhoff te Amsterdam.
|
|
Herdrukken: |
In 1947 verscheen een tweede druk.
De derde druk, verschenen in 1952, is geïllustreerd.
Een los inlegvelletje bevat de volgende tekst:
MARIA SIBYLLA MERIAN
De platen uit deze levensbeschrijving in dichtvorm van Maria Sibylla Merian
door Bertus Aafjes zijn reproducties van de werken van de schilderes.
Zij werden met welwillende toestemming van Van Loghum Slaterus’ Uitgeversmaatschappij N.V. te Arnhem
ontleend aan VERBORGEN PARADIJZEN bevattende 24 platen in negenkleurendruk
en een biografische schets van Mevrouw J. Stuldreher-Nienhuis.
De prijs bedraagt f 6.90 en het boek is bij de erkende boekhande; verkrijgbaar.
De vierde druk verscheen in 1956.
|
|
Heruitgave:
|
1964: in de serie "Cahiers voor letterkunde"
|
|
Heruitgave:
|
1977: samen met "In den beginne"
|